Als je toch al je kinderen voor de gek houdt met die Sint dan kun je dit doen om ze te wapenen tegen desinformatie
Kinderen wapenen tegen desinformatie heeft onverwachte oplossing: stel ze bloot aan meer nepnieuws
Scientias A. Stiru 2 oktober 2024
In een wereld waarin nepnieuws en desinformatie aan de orde van de dag zijn, lijkt het tegenstrijdig om kinderen juist meer bloot te stellen aan misleidende informatie. Toch suggereert nieuw onderzoek van de Universiteit van Californië in Berkeley dat dit, onder bepaalde voorwaarden, een effectieve strategie kan zijn om jonge mensen weerbaarder te maken tegen online misleiding.
Het internet is een onuitputtelijke bron van informatie, maar niet alles wat online staat is waar. Voor kinderen, die steeds vroeger en vaker online actief zijn, vormt dit een uitdaging. Uit eerder onderzoek blijkt dat ongeveer een derde van de kinderen al voor hun negende sociale media gebruikt. Een frappant voorbeeld van de risico’s die daarbij komen kijken, blijkt uit een ander onderzoek: minderjarigen komen binnen enkele minuten na het aanmaken van een TikTok-account in aanraking met onjuiste gezondheidsinformatie.
Nieuwe benadering
Het lijkt voor veel ouders duidelijk wat de oplossing is: scherm je kind af van desinformatie. Evan Orticio, een van de auteurs van deze nieuwe studie, pleit voor een andere benadering. In plaats van kinderen volledig af te schermen van misleidende informatie, stelt hij voor om ze er gecontroleerd aan bloot te stellen. “We moeten kinderen ervaring laten opdoen met het trainen van hun sceptische spieren en het gebruik van deze kritische denkvaardigheden binnen een online context om ze voor te bereiden op hun toekomst, waar ze 24/7 in deze contexten zullen zijn”, zegt hij.
Het experiment
Om deze theorie te testen, voerden Orticio en zijn medeonderzoekers twee experimenten uit met 122 kinderen tussen de 4 en 7 jaar oud. In het eerste experiment kregen de kinderen een digitaal prentenboek te zien met zowel ware als onware beweringen over dieren. Sommige kinderen zagen alleen correcte informatie, zoals ‘zebra’s hebben zwart-witte strepen’. Andere kinderen kregen onware beweringen voorgeschoteld, bijvoorbeeld dat ‘zebra’s rood en groen zijn’. Na het ‘lezen’ van het boek moesten de kinderen aangeven welke beweringen ze als waar of onwaar beschouwden. Dit experiment was bedoeld om de kinderen bloot te stellen aan verschillende niveaus van betrouwbaarheid in een digitale omgeving.
Het tweede experiment bouwt voort op het eerste. Hier simuleerden de onderzoekers een zoekmachinemilieu, vergelijkbaar met Google, maar dan op kinderniveau. Opnieuw kregen de kinderen feitelijke en fictieve informatie over dieren te zien, maar nu in de vorm van zoekresultaten.Na deze ‘opwarming’ kwam de echte test. De kinderen werden geïntroduceerd aan een fictief buitenaards ras genaamd de Zorpies. Op een scherm zagen ze twintig afbeeldingen van deze wezens. Eén Zorpie had zichtbaar drie ogen, terwijl de rest een zonnebril droeg die hun ogen verborg. De grote vraag aan de kinderen was: hebben alle Zorpies drie ogen? Om deze vraag te beantwoorden, konden de kinderen ‘onderzoek’ doen door op de afbeeldingen te tikken. Hierdoor werden de zonnebrillen verwijderd en konden ze het werkelijke aantal ogen zien.
De uitkomst was opmerkelijk: kinderen die tijdens het eerste experiment meer valse beweringen hadden gezien, waren veel grondiger in het controleren van de informatie over de Zorpies. Daarentegen deden kinderen die tijdens het eerste experiment vooral betrouwbare informatie hadden gezien, nauwelijks moeite om de nieuwe bewering te verifiëren.
Implicaties voor opvoeding en onderwijs
Deze experimenten tonen aan dat kinderen in staat zijn hun niveau van scepsis aan te passen op basis van hun eerdere ervaringen in een digitale omgeving. Ze leren als het ware ‘on the job’ hoe betrouwbaar een bepaalde informatiebron is en passen hun gedrag daarop aan. In plaats van te streven naar een volledi ‘schone’ online omgeving, pleiten de onderzoekers er daarom voor om kinderen te leren hoe ze beweringen kunnen controleren en kritisch kunnen nadenken over wat ze zien.
“Ons werk suggereert dat als kinderen enige ervaring hebben met het werken in gecontroleerde, maar onvolmaakte omgevingen waar ze dingen tegenkomen die niet helemaal kloppen, en we ze het proces laten zien om uit te zoeken wat nu eigenlijk waar is en wat niet, dat ze dan verwachten waakzamer te zijn”, zegt Orticio. De onderzoeker raadt ouders dan ook aan om regelmatig gesprekken te voeren met hun kinderen over wat ze online tegenkomen. “Het is niet zo dat we de scepsis per se moeten vergroten. Het is dat we ze de mogelijkheid moeten geven om die scepsis in hun voordeel te gebruiken. In onze experimenten was het controleren van feiten heel eenvoudig. In het echte leven is het controleren van feiten erg moeilijk. We moeten die kloof overbruggen.”
Bronmateriaal
"Exposure to detectable inaccuracies makes children more diligent fact-checkers of novel claims" -